
Hoe leg je zelf een tegelvloer?
Wil je zelf een tegelvloer leggen in je badkamer, keuken of hal? Dat kun jij ook – met dit stappenplan, de juiste materialen en een paar slimme trucs.
Wij leggen uit hoe je zelf een tegelvloer aanbrengt, inclusief tips. Ook geven we specifiek per ruimte (badkamer, keuken, toilet en hal) een aantal aandachtspunten, zoals waterdichting of slijtvastheid, om je tegelvloer lang mooi en stevig te houden. Volg ons advies en ga met vertrouwen aan de slag.
Wat heb je nodig om zelf een tegelvloer te leggen?
Voor je aan de slag gaat, zorg je dat je alle benodigde materialen en gereedschap in huis hebt. Je hebt de volgende materialen en gereedschappen nodig. Waar optioneel staat vermeld betekent dit dat het mogelijk van toepassing is op basis van jouw situatie. Lees het stappenplan goed en laat je bij twijfel informeren door een professional.
Materiaal | Gereedschap |
Vloertegels | Boormachine |
Tegellijm | Duimstok |
Tegelkruisjes | Emmers |
Voegmiddel | Haakse slijper + diamantschijf |
Siliconenkit |
Kitspuit |
Primer (optioneel) |
Lijmkam |
Randstroken (optioneel) | Mengstaaf/garde boormachine |
Egalisatiemortel (optioneel) | Potlood |
Afdichtpasta (optioneel) |
Profielmal |
Kimband (optioneel) |
Slaglijn/kruislijnlaser |
Ontkoppelingsmat (optioneel) |
Speciekuip |
Cementgebonden plaat (optioneel) |
Stanleymes |
Tegelsnijder | |
Troffel | |
Veiligheidsbril, handschoenen | |
|
Vijl |
Voegrubber |
|
Waterpas | |
Tegelnivelleersysteem (optioneel) |
Vloertegels leggen stappenplan
Volg onderstaand stappenplan om een tegelvloer op de juiste manier te plaatsen. Dit stappenplan is afgestemd op de particuliere klusser en leidt tot een mooi en duurzaam resultaat. Uiteraard kan het zo zijn dat voor jouw situatie aanvullende en/of afwijkende stappen, materialen en gereedschappen nodig zijn. Raadpleeg bij twijfel altijd een professional en laat je goed adviseren.
1. Ondergrond voorbereiden
Een goede voorbereiding en degelijke ondergrond is de basis voor elke tegelvloer. Controleer of de ondervloer stevig, barstvrij, schoon en volledig vlak is. Verwijder oude delen, losse vloertegels en repareer eventuele gaten of scheuren.
Gaten en scheuren opvullen of de vloer egaliseren
Kleine gaten of scheuren kun je opvullen, maar wanneer de vloer over een groter gedeelte van het oppervlak gaten, scheuren of oneffenheden vertoont is het aan te bevelen de vloer te egaliseren met een zelfnivellerende egalisatiemortel. Dit is een mortel die zelf uitvloeit over de ondergrond en daarbij oneffenheden en gaten vult en hoogteverschillen kan opvangen. Dit creëert een vlak en glad oppervlak. Laat een egalisatielaag goed drogen volgens de aangegeven droogtijd.
Primer voor zuigende ondergrond (optioneel)
Wanneer de ondergrond zuigend is (een zuigende ondergrond is een materiaal dat vocht uit verf, lijm of andere lagen opneemt) kan dit leiden tot een slechte hechting of een ongelijkmatige droging. Behandel de vloer in dat geval met een geschikte primer. Dit zorgt ervoor dat de tegellijm niet te snel indroogt en beter hecht.
Zuigende ondergrond herkennen
Een zuigende ondergrond herken je door een eenvoudige watertest. Druppel of spuit wat water op de ondergrond en kijk of het water snel wordt opgenomen. Blijft het water langere tijd als een druppel op de oppervlakte liggen, dan is de ondergrond niet-zuigend. Wordt het water snel geabsorbeerd, dan is de ondergrond zuigend.
Primer voor gladde ondergrond (optioneel)
Op een gladde ondergrond (bijvoorbeeld bij het plaatsen van tegels-over-tegels) gebruik je een speciale hechtingsprimer voor betere grip.
Randstrook plaatsen (tip)
Plaats langs de muren bij voorkeur een dunne randstrook of laat ca. 5-10 mm ruimte vrij om spanningen op te vangen – zo voorkom je scheurtjes of loskomende vloertegels door uitzetting. Deze ruimte werk je later af met de siliconenkit.
Houten vloer als ondergrond
Wanneer je een houten vloer als ondergrond hebt zorg dan dat deze volledig stabiel en trillingsvrij is. Wanneer dit niet het geval is dien je deze te verstevigen. Overweeg daarnaast ook een ontkoppelingsmat (een elastische mat die tussen de ondergrond en de vloerafwerking (zoals vloertegels) wordt geplaatst of plaats een cementgebonden plaat (een bouwplaat is gemaakt van een mengsel van houtvezels, cement, water en waterglas, samengeperst tot een sterke, waterbestendige en duurzame plaat) als basis om scheuren te voorkomen.
2. Opmeten en plannen
Meet de vloer nauwkeurig op en bereken hoeveel vloertegels je nodig hebt voor het oppervlak. Vergeet niet rekening te houden met de voegbreedtes tussen de vloertegels; die nemen ook ruimte in beslag. De voegbreedte is mede afhankelijk van welke type vloertegels je gebruikt, je hebt namelijk keuze uit gerectificeerde of niet-gerectificeerde tegels.
Voegbreedtes
Bij een gerectificeerde vloertegel (een vloertegel die na het bakproces is bijgesneden en geslepen om perfect rechte randen en hoeken van 90 graden te krijgen) kun je een kleinere voegbreedte van bijvoorbeeld 2 millimeter aanhouden. Dit zorgt voor een strakke afwerking met minimale voegbreedtes. Bij een niet gerectificeerde vloertegel adviseren wij een voegbreedte van minimaal 4 á 5 millimeter.
Snijverlies en reserve
Tel ongeveer 5-10% extra vloertegels voor snijverlies en reserve, zo kom je niet tekort als je vloertegels op maat moet snijden of later een keer iets moet herstellen. Bepaal ook je legrichting en het patroon waarin je de vloertegels wilt leggen.
Kies het startpunt
Meestal is het mooiste om niet in een verre hoek te beginnen, maar vanuit het midden van de ruimte of een markant zichtpunt. Door vanuit het midden te leggen, krijg je aan weerszijden gelijke passtukken (de op maat gesneden vloertegels aan de randen) voor een symmetrisch resultaat. Je kunt ook kiezen om te starten langs een lange zichtlijn (bijvoorbeeld een grote raampartij of inbouwmeubel) zodat daar hele vloertegels liggen. Bekijk het ook vanuit de deuropening, dit is vaak een belangrijke eerste zichtlijn.
Het midden bepalen
Markeer om het midden van een ruimte te bepalen eerst het midden van twee tegenoverliggende muren en trek daar lijnen met een slaglijn of laser; hun kruising is het midden.

Hulplijnen om recht te tegelen
Span hulplijnen (spandraden) voor rechte plaatsing: sla in twee haakse hoeken stalen spijkertjes in de vloer en span een dun koord evenwijdig aan elke muur, op een afstand gelijk aan de breedte van een halve vloertegel plus de voegbreedte. Zo markeer je een rechte hoek van 90° waarin de eerste tegelrij komt te liggen. Deze truc helpt te voorkomen dat je direct strak tegen een scheve muur begint. Je kan ook met behulp van een kruislijnlaser werken.
Vloertegels als proef uitleggen
Leg tot slot een paar vloertegels als proef neer volgens je patroon voordat je gaat lijmen, zodat je kunt zien hoe de indeling uitpakt en of er geen al te kleine strookjes aan de randen nodig zijn en pas het plan zo nodig aan voor het gewenste resultaat. Let ook hierbij op de juiste voegbreedte.
3. Tegellijm aanmaken en aanbrengen
Gebruik een flexibele tegellijm die geschikt is voor het formaat vloertegels en de ondergrond (en voor eventuele vloerverwarming). Meng de tegellijm met water volgens de instructies op de verpakking – gebruik een schone emmer en een mixer/garde op de boormachine om een homogene, klontvrije massa te krijgen. Zorg dat je niet teveel tegellijm in een keer aanmaakt, kijk hiervoor goed op de verpakking en bedenk dat je in een paar minuten extra tegellijm aanmaakt.
Roeren voor gebruik
Laat de lijm na het mengen een paar minuten staan en roer dan nogmaals door voor optimale verwerking. Verdeel de tegellijm in gedeelten op de vloer: breng met een troffel een portie lijm op de ondergrond en kam het uit met een geschikte lijmkam (getande spaan). Kies de tandgrootte op basis van je tegelformaat (bijv. 8-12 mm voor middelgrote tegels) – grotere tegels vragen hogere lijmrillen en vaak dubbele verlijming (lijm op de ondergrond en op de tegels) voor voldoende dekking.

Gelijkmatige banen
Houd de lijmkam onder ~45° en trek gelijkmatige banen lijm op de vloer. Werk in stukjes van ongeveer 1 m² tegelijk, tegellijm droogt namelijk vrij snel, en je wilt voorkomen dat het indroogt voordat de tegels erin liggen. Tip: begin met tegels lijmen op het deel van de vloer dat recht tegenover de deur ligt en werk van daaruit naar de deur toe. Zo voorkom je dat je jezelf vastzet in een hoek en hoef je niet over pas gelegde vloertegels te lopen.
4. Eerste vloertegel leggen
Plaats de eerste vloertegel exact in de hoek die gevormd wordt door de opgespannen lijndraden of markeerlijnen. Druk de vloertegel stevig in het verse lijmbed en maak kleine schuivende of licht draaiende bewegingen om een goede hechting te krijgen. Gebruik eventueel een rubberen hamer om de tegel zachtjes gelijk te tikken, maar sla niet te hard – de tegel moet in de lijm verzinken zonder dat alle lijm eronderuit wordt gedrukt.

Controleer met een waterpas of de vloertegel vlak ligt. Ga nu verder met de volgende tegels naast de eerste. Let op dat je bij het tegelen van een badkamer de vloer laat aflopen naar de afvoer. Het verloop moet circa 1 á 2 cm per meter zijn, waarbij de afvoer op het laagste punt ligt.
5. Vloertegels plaatsen en uitlijnen
Leg de volgende vloertegels langs de hulplijnen of naast de eerste vloertegel en houd overal gelijke voegbreedtes aan. Plaats hiervoor bij elke tegel voegkruisjes of T-stukjes op de hoeken en randen. Duw de kunststof voegkruisjes iets in de lijm zodat ze niet uitsteken; ze kunnen na uitharden blijven zitten, want ze verdwijnen onder het voegmiddel.
Systematisch werken
Ga systematisch verder: vloertegel neerleggen, goed aandrukken, uitlijnen en voegkruisjes plaatsen. Let erop dat de vloertegels mooi vlak ten opzichte van elkaar liggen (geen uitstekende randjes). Corrigeer tijdig hoogteverschil door een vloertegel iets dieper in de lijm te drukken of er juist een beetje lijm extra onder te doen.
Tegels uitlijnen
Zolang de lijm nog vers is, kun je tegels nog iets verschuiven en uitlijnen. Neem regelmatig afstand om te controleren of de voegen mooi recht lopen en het patroon nog klopt. Tip: gebruik bij grotere tegels eventueel een tegel-nivelleersysteem (clips en keggen) om te voorkomen dat randen ongelijk liggen. Dit systeem trekt aangrenzende tegels op één hoogte en kan een heel vlak vloeroppervlak opleveren, wat vooral handig is bij grotere formaten of als de ondervloer niet perfect vlak is.
6. Vloertegels op maat snijden bij randen en obstakels
Bij vrijwel elke tegelvloer zul je aan de randen of rond obstakels vloertegels moeten bijsnijden om alles passend te krijgen. Begin met het meten van de openingen langs de wanden waar hele tegels niet passen. Houd rekening met de voegbreedte en een kleine randafstand tot de muur (ca. 5 mm) voordat je de snijlijn aftekent. Teken op de tegel met potlood de snijlijn nauwkeurig af. Gebruik een goede tegelsnijder voor recht-toe-recht-aan snedes – deze kerft de tegel waarna je hem op de breekbeitel klikt en netjes afbreekt. Veel bouwmarkten verhuren handmatige tegelsnijders als je er zelf geen hebt.
Tegels passend maken
Voor lastige vormen (bijvoorbeeld hoeken, rondingen voor buizen of om de toiletpot) kun je een tegelzaag (elektrisch diamantzaagje) gebruiken, of een haakse slijper met diamantschijf voor keramiek. Teken complexe vormen eerst af met behulp van een profielmal: druk zo’n mal tegen het obstakel (bijvoorbeeld een leiding) zodat de vorm wordt overgenomen, teken dit patroon op de tegel en zaag het uit. Kleine uitsparingen kun je stukje bij beetje wegbreken met een speciale tegelknipper (knabbeltang) en daarna glad vijlen voor een net resultaat.
Pas gesneden (of gezaagde) stukjes tegel plaats je op dezelfde manier in de lijm met de juiste voegafstand. Let op: draag bij het snijden altijd een veiligheidsbril en handschoenen en werk buiten of in een goed geventileerde ruimte vanwege stof.
7. Lijm laten uitharden
Nadat alle vloertegels geplaatst zijn, is geduld belangrijk. Laat de tegelvloer onbelast drogen zodat de lijm volledig kan uitharden. Dit duurt doorgaans minimaal 24 uur (raadpleeg de verpakking van de lijm). Loop in deze tijd niet over de nieuwe vloertegels en voer geen zware werkzaamheden uit in de ruimte. Verwijder pas na uitharding de eventuele spandraden en uitstekende deel van voegkruisjes (als je ze niet in de voegen hebt laten zitten). Controleer of alle vloertegels vast liggen en nergens hol klinken (dat zou wijzen op onvoldoende lijmdekking).
8. Voegen van de tegelvloer
Wanneer de tegellijm is uitgehard, kun je de vloer gaan voegen. Kies een geschikt voegmiddel (bij voorkeur flexibel voegmiddel voor vloertegels, vooral als de ondergrond wat kan bewegen of bij vloerverwarming).
Voegmortelpoeder mengen
Meng het voegmortelpoeder met water volgens de instructies, of gebruik kant-en-klaar voegmiddel. Breng de voegmortel met een rubberen spaan diagonaal over de tegels aan en wrijf het stevig in de open voegen. Werk in gedeeltes en veeg overtollig voegsel direct van het tegeloppervlak af met de spaan, zodat het niet op de tegels aankoekt. Belangrijk: voeg bij voorkeur niet meer dan circa 2-4 m² tegelijk, want voegmiddel kan snel aandrogen.
Vloertegels voegen
Vul alle voegen volledig tot de tegels nergens meer vrijstaan. Als je de kunststof voegkruisjes in de voegen hebt laten zitten, hoef je ze er niet uit te halen – ze worden onzichtbaar onder het voegsel. Laat vervolgens de voegen enigszins aantrekken (licht matterig worden).

9. Afwerken en schoonmaken
Wanneer het voegmiddel begint te hechten (meestal na enkele minuten tot een kwartier, afhankelijk van het product), begin je met schoonmaken. Neem een emmer lauw water en een schone spons (of een speciale voegspons op een spaan) en veeg de vloertegels om overtollige voegmortel te verwijderen.
Vloertegels schoonmaken
Doe dit met een vochtige spons, niet kletsnat – spoel de spons vaak uit. Veeg schuin over de voegen om te voorkomen dat je vers voegsel weer uit de naden haalt. Er zal na het opdrogen vaak een lichte waas op de vloertegels achterblijven; wanneer de voegen voldoende zijn uitgehard (meestal na nogmaals ~24 uur), poets je deze cementsluier weg met een droge doek of speciale tegelreiniger. Nu komt de uitstraling van de vloertegels weer tevoorschijn.
Vloertegels afwerken en kitten
Verwijder tenslotte de afstandsranden langs de muren (als je randstroken gebruikte) en kit de randen af: alle overgangsnaden tussen vloer en muur (of plinten) en in hoeken werk je netjes af met een blijvend elastische siliconenkit. Deze kitvoegen vangen uitzetting op en maken de vloer waterdicht langs de randen – gebruik in natte ruimtes een schimmelbestendige sanitairkit. Laat de kit drogen volgens de aanwijzingen. Gebruik voor perfecte kitvoegen een kitspuit en strijk glad met een natte vinger of kitstrijker. Nadat alles is uitgehard, is je nieuwe tegelvloer klaar voor gebruik.
Badkamer: extra aandacht voor waterdichting
In badkamers (en andere natte ruimtes) is waterdichting een essentiële extra stap in de voorbereiding. Tegels, lijm, voegmiddel en kit zijn namelijk waterwerend, maar niet 100% waterdicht – via kiertjes of haarscheurtjes kan vocht toch doordringen.
Waterdicht maken ondervloer badkamer
Om te voorkomen dat water in de ondervloer trekt (met kans op schimmel of lekkage bij de buren), moet je de ondergrond voor het tegelen waterdicht maken. Dit doe je doorgaans door de vloer en de hoekaansluitingen te behandelen met een speciaal waterdicht membraan of afdichtpasta. Breng bijvoorbeeld een vloerverzegeling (liquid rubber) aan op de ruwe vloer en plaats in de kimnaden (waar vloer en muur samenkomen) een strook kimband ingebed in die afdichtingspasta.
Vloerafschot (helling) naar de afvoer
Besteed vooral aandacht aan hoeken, doorvoeren en randen rondom de douche. Laat deze waterdichte laag goed drogen volgens de instructies voordat je begint met tegelen. Tip: Heb je een inloopdouche (douche zonder bak), dan is het extra belangrijk dat de vloerafschot (helling) richting de afvoer correct is, zodat water goed wegstroomt.
Gebruik egalisatiemortel of tegellijm
Gebruik een egalisatiemortel of tegellijm om tijdens het leggen een lichte helling (ca. 1 à 2 cm per meter) te creëren naar de drain in de douchezone. Bij gebruik van een douchebak zijn er minder voegen en dus minder risico, maar ook dan moet de aansluitnaad rond de afvoer goed worden afgekit.
Afwerking met sanitairkit
Tenslotte, werk alle naden in de badkamer netjes af met sanitairkit (flexibele siliconenkit met schimmelwerende eigenschappen) – niet alleen de hoeken langs de wanden, maar ook bijvoorbeeld rondom kranen en afvoerbuizen. Zo is de ruimte volledig waterdicht en beschermd tegen lekkage. Het waterdicht maken vergt wat extra werk, maar het voorkomt veel ellende achteraf en verlengt de levensduur van je tegelwerk in de badkamer aanzienlijk.
Keuken: tegels kiezen en omgaan met vet
Keukens vormen een bijzondere omgeving voor een tegelvloer vanwege het koken en de kans op vet- en etensresten op de grond. Gelukkig zijn keramische vloertegels zeer geschikt voor keukens: ze zijn hard, duurzaam en nemen geen vocht of vet op als ze geglazuurd zijn.
Keramische keukentegels
Kies bij voorkeur dichte, keramische keukentegels in de keuken in plaats van natuursteen tegels. Sommige natuurstenen zijn poreus en kunnen, als ze niet goed behandeld of geïmpregneerd worden, blijvende vetvlekken oplopen. Heb je toch een mooi poreus natuursteen in gedachten, zorg dan dat je het oppervlak vooraf goed impregneert of sealt en dit periodiek herhaalt om vlekken te voorkomen.
Oppervlaktestructuur vloertegel
Qua tegelkeuze kun je in de keuken ook letten op oppervlaktestructuur: een hoogglans tegel is makkelijker schoon te maken, maar kan glad zijn met vet of vocht erop. Een matte of licht gestructureerde tegel is stroever (minder slipgevaar), maar houdt iets meer vuil vast en vraagt regelmatiger schoonmaak – maak hierin een bewuste keuze.
Kleur van de voeg
Ook voor de voegen is aandacht nodig: in keukens kunnen lichte cementvoegen sneller verkleuren door vet en vuil. Overweeg daarom een donkere voegkleur of een epoxy-voegmiddel dat beter bestand is tegen vlekken. Een donkergrijze of beige voeg blijft in een keuken vaak langer mooi dan een witte voeg.
Ondergrond voorbereiden
Daarnaast geldt in de keuken: schoon en vetvrij werken. Zorg dat de ondergrond vóór het tegelen volledig vrij is van vet, olie en vuil, bijvoorbeeld door deze grondig te ontvetten met een geschikt reinigingsmiddel. Vet op de vloer belemmert de hechting van de tegellijm, dus deze stap is cruciaal voor een duurzame plaatsing.
Toilet: tegels verwerken in een kleine ruimte
De toiletruimte – vaak de kleinste kamer in huis – brengt weer andere aandachtspunten mee. Door het beperkte vloeroppervlak vallen afwijkingen sneller op, dus precies werken is hier erg belangrijk. Het is aan te raden om net als bij grotere ruimtes vanuit het midden te werken voor een symmetrisch resultaat.
Werk vanuit het midden
Bepaal het midden van de wc-vloer en leg van daar uit de vloertegels, zodat de snijstukken langs de wanden overal ongeveer even breed zijn. In een kleine ruimte wil je namelijk vermijden dat er aan één kant een heel smal strookje tegel overblijft – dat ziet er rommelig uit. Kies eventueel voor wat kleinere tegels of speels patroon (bijvoorbeeld een mozaïekvloer) als de ruimte erg klein is; dat kan het oppervlak optisch vergroten en maakt het verwerken makkelijker op de smalle stukjes.
Makkelijker werken: verwijder de toiletpot
In het toilet krijg je te maken met obstakels zoals de toiletpot en eventuele water- of afvoerleidingen op de vloer. Het mooiste resultaat bereik je door, indien mogelijk, de toiletpot tijdelijk te verwijderen voordat je gaat tegelen. Je kunt dan de vloer netjes betegelen zonder lastige inkepingen, en de pot nadien stevig op de nieuwe tegels monteren (gebruik een nieuw ringetje en kit de aansluiting waterdicht af om lekken te voorkomen).
Profielmal gebruiken
Als het demonteren van het sanitair geen optie is, meet dan nauwkeurig de uitsparingen die je uit de tegels moet snijden. Gebruik een profielmal of maak een kartonnen sjabloon om de vorm van de toiletvoet of buis over te nemen en zaag de tegel passend. Vaak kun je de tegel in twee delen snijden en langs weerszijden van de pot leggen; de zaagsnede valt dan onder de toiletpot en is later onzichtbaar.
Goede afwerking is cruciaal
Let op de afwerking: kit rondom de toiletvoet en rond doorvoeren goed af met sanitairkit, zodat er geen vocht onder de tegels kan dringen. Verder gelden in het toilet dezelfde basisstappen: een vlakke, schone ondergrond (denk ook aan voorstrijken van zuigende cementvloer, dat is in kleine ruimtes net zo belangrijk), correct lijmen en voegen, en netjes schoonwerken.
Werk rustig en precies
Omdat de oppervlakte klein is, ben je geneigd snel klaar te zijn, maar neem juist de tijd om alles precies uit te lijnen. Een millimeter verschil in de voeg of een lichte scheefstand valt direct op in een toiletruimte. Doe dus rustig aan, meet twee keer en snij één keer. Met aandacht voor deze punten geef je “het kleinste kamertje” een strakke, duurzame tegelvloer die gezien mag worden.
Hal en entree: duurzame vloertegels voor intensief gebruik
De hal of entree is de ruimte die vaak het meeste verkeer en vuil te verduren krijgt. Hier komen mensen met schoenen van buiten, soms vol zand, modder of water. Daarom is het belangrijk dat de tegelvloer in de hal bestand is tegen deze intensieve belasting. Kies slijtvaste tegels: Controleer bij aankoop de slijtvastheid of PEI-waarde van vloertegels. Voor een hal die direct van buiten bereikbaar is, wordt minimaal PEI-klasse 3 aanbevolen (geschikt voor normaal gebruik met wat vuil en schoenen).
Kies een harde keramische vloertegel
Veel keramische vloertegels vallen hier automatisch onder, maar het kan geen kwaad dit na te gaan – een te zachte tegel kan snel doffe looproutes of krassen vertonen. Ga bij voorkeur voor een harde keramische tegel; als je een decoratieve cementtegel of natuursteen gebruikt, zorg dan dat deze goed beschermd is. Ongeglazuurde of matte stenen tegels kunnen gevoeliger zijn voor vlekken, dus behandel deze bij voorkeur met een impregneer- of sealermiddel om ze vuilafstotend te maken.
Bescherm je vloertegels
In een hal is onderhoud en preventie cruciaal om slijtage te voorkomen. Leg een goede deurmat (of zelfs twee: buiten en binnen) zodat zand en klein vuil zoveel mogelijk worden afgeschrapt voordat men op de tegelvloer stapt. Grit en zand werken namelijk als schuurpapier op elke vloer, ook op tegels. Maak de hal daarom regelmatig schoon door te stofzuigen of vegen – laat zand en krassend vuil niet liggen, maar verwijder het zo snel mogelijk.
Gebruik viltglijders
Ook het beschermen van meubels of accessoires in de hal is verstandig: zet bijvoorbeeld viltglijders onder zware kapstokken, kastjes of stoelpoten, zodat ze bij verschuiven geen krassen maken.
Kies het juiste oppervlak
Let bij de tegelkeuze op het oppervlak: een hal kan nat worden door regenachtige schoenen of druppende jassen, dus een antislip tegel is een veilige keuze bij de entree. Tegels hebben een antislip-rating (R-waarde); voor een huiselijke hal is R9-R10 meestal voldoende, maar als het vaak erg nat wordt kun je een nog stroevere variant nemen. Realiseer je wel dat zeer ruwe tegels iets meer onderhoud vragen, omdat vuil in de structuur kan blijven zitten.
Gebruik een kleine voeg met siliconenkit als overgang
Omdat de hal vaak een overgangszone is, let ook op bewegingsvoegen of afwerking bij drempels. Laat bijvoorbeeld een kleine voeg bij de voordeurdorpel en vul die met siliconenkit of een profiel, zodat temperatuurwisselingen (kou van buiten, warm binnen) en ondergrondbeweging daar worden opgevangen zonder dat tegels of voegen barsten.
Flexibele voegmortel en tegellijm
Gebruik in de hal net als elders een flexibele voegmortel en lijm voor binnenvloeren, zodat de vloer tegen een stootje kan. Volg verder het normale stappenplan nauwgezet – juist in een drukbelopen ruimte is een goede hechting en vlakke plaatsing extra belangrijk om loskomende of gescheurde tegels te voorkomen. Als je bovengenoemde tips ter harte neemt, krijg je een vloer die niet alleen mooi is als visitekaartje van je huis, maar die ook de dagelijkse slijtage glansrijk doorstaat.
Conclusie
Met dit uitgebreide stappenplan en de aanvullende tips per ruimte ben je goed uitgerust om zelf een tegelvloer te leggen die lang meegaat. We hebben gecontroleerd dat alle belangrijke stappen – van de voorbereiding van de ondergrond tot het voegen en afkitten – in het plan aanwezig zijn voor een correcte en duurzame plaatsing.
Optionele stappen en aandachtspunten
Daarnaast hebben we optionele stappen en aandachtspunten toegevoegd voor speciale situaties, zoals waterdichting in de badkamer, vetbestendigheid in de keuken, nauwkeurig werken in kleine toiletruimtes en slijtvastheid in de hal. Zo kun je als doe-het-zelver met vertrouwen aan de slag, wetende dat je niets essentieels over het hoofd ziet.
Praktische tip tot slot
Zorg steeds voor goed gereedschap en kwalitatieve materialen – dit maakt het werk makkelijker en het resultaat beter. En heb geduld: neem de tijd om te meten, te passen en te laten drogen. Een tegelvloer leggen is geen race, maar een klus die precisie beloont. Succes met jouw tegelproject en geniet straks van je zelf gelegde vloer!